Informatie

Wanneer 

Start 5 februari 2025

Locatie

Amersfoort

Lesdagen

  • op woensdag
  • 22 dagen theoretisch technische vorming
  • 10 dagen intervisie
  • 20 dagdelen van 3,5 uur supervisie
  • SBU: 1354 uren
  • Maximale groepsgrootte is 12 deelnemers

Accreditatie

SKJ Formeel leren:
ID SKJ211307 punten 443,2
NVRG Nascholing:
ID nummer 332011 punten 60
Registerplein Alle categorieën:
ID nummer 332011 punten 1354

Kosten

Inschrijfgeld €500,- plus €6.295,- voor 2 jaar, excl. kosten voor literatuur

Wie in staat is om zijn verantwoordelijkheid te vertalen
in passende zorg voor de ander en
tegelijkertijd in passende zorg voor zichzelf,
groeit als mens en verwerft vrijheid.

Basisopleiding tot contextueel werker “Grondbeginselen”

» METHODIEK

Al onze contextuele opleidingen berusten op de drie pijlers: theorie, praktijk en het persoonlijk ontwikkelingsproces van de student, zo ook deze basisopleiding tot contextueel werker. Toelatingseisen voor deze opleiding zijn hbo- of wo-werk- en -denkniveau. Daarnaast is het volgen van de introductieopleiding als voorwaarde gesteld tot deelname aan de basisopleiding contextuele hulpverlening “Grondbeginselen”.

In deze basisopleiding wordt verder gebouwd op de kennis en vaardigheden die de student meebrengt uit de contextuele introductiedagen, uit de praktijk en uit andere opleidingen. De aandacht wordt in deze opleiding gericht op het inzetten van reeds aanwezige kennis over de psychologie- en interactievormen van mensen, als indicatoren voor de weg naar erkenning en rechtvaardig geven en – ontvangen tussen twee personen binnen beider individuele loyaliteitenhuishouding. Het benutten van al deze kennis samen, brengt de student dichter bij het op rechtvaardige wijze vorm geven aan de relationeel ethische taal en de veelzijdig partijdige grondhouding als contextueel werker.

PRAKTIJK

Gedurende de opleiding staat de visie en de grondhouding behorend bij handelen en werken vanuit de relationele ethiek steeds centraal. Professor I.B. Nagy hanteert in zijn werken met mensen vanuit zijn relationeel ethische benadering een aantal door hem uitgewerkte begrippen als leidraad: o.a. rechtvaardigheid, het meer-generatie perspectief, de balans van geven en ontvangen, loyaliteit, erkenning van hetgeen gegeven is en voor wat dit geven gekost heeft, betrouwbaarheid, het gevende kind, parentificatie, destructief- en constructief gerechtigde aanspraken, ontschuldiging en erfgoed.

Al deze begrippen worden vanuit de relationeel ethische dimensie in de theoretisch technische vorming uitvoerig behandeld en verbonden met andere concepten uit de menswetenschappen.

Het integreren van het contextuele vakmanschap gebeurt door gerichte oefening met relationeel ethische interventies tijdens de lessen en in de eigen dagelijkse praktijk van de studenten. De aandacht zal daarbij altijd gericht zijn op de grondhouding van veelzijdig gerichte partijdigheid en het kunnen helpen van de cliënt bij het aangaan van het proces van billijke wederzijdse belangenbehartiging en ontschuldigingsprocessen in de eigen context.

THEORIE

De basiswerken van professor I.B. Nagy worden zorgvuldig bestudeerd en men maakt kennis met de filosofische grondslagen van de contextuele benadering. De studenten brengen casuïstiek in vanuit hun werksetting en bespreken hun inzet betreffende dialogische processen in hun persoonlijke context. Vanuit deze twee invalshoeken wordt de koppeling naar de literatuur gemaakt.

Op iedere lesdag worden op bovenstaande wijze relationeel ethische interventies en vaardigheden geoefend en komen daaraan gekoppeld diverse thema’s aan bod zoals o.a. ouderschap, partnerschap, echtscheiding, broers-zussen relaties, nieuw samengestelde gezinnen, mishandeling en seksuele grensoverschrijding, pleegzorg en adoptie en ook de maatschappelijke relevantie van het contextuele denken.

PERSOONLIJK PROCES

Om naast theoretische kennisverwerving en praktische vaardigheidsontwikkeling tot vakmanschap in dit specifieke domein van hulpverlening en therapie te groeien is voortdurende zelfreflectie een absoluut vereiste. Het presenteren in de lesgroep van het genogram over minimaal vier generaties van ieders eigen gezin van herkomst is daarom een belangrijk onderdeel van het leertraject in de opleiding. De docent reikt daarbij passende relationeel ethische mogelijkheden aan die kunnen leiden tot win-win situaties in de context van de studenten.

DOCENTEN METHODIEK

José Willemsen
José is erkend contextueel werker, maatschappelijk werker, erkend NVRG systeem therapeut en EMDR therapeut. José heeft jarenlang gewerkt als systeemtherapeut bij de GGZ en als contextueel therapeut in een CLAS team. Haar expertise is gezinsbehandeling, psychiatrische problematiek binnen families en traumabehandeling na seksueel misbruik. Binnen de Nagy Academie is José 7 jaar intern opgeleid in het vak van docent in de intergenerationele familiedynamiek en als contextueel leertherapeut. José is staflid bij de Nagy Academie en heeft een eigen contextuele praktijk.

Pieterjan van den Akker
Pieterjan maakte kennis met het contextuele gedachtegoed van professor I.B. Nagy tijdens een managementtraining voor mensen uit het bedrijfsleven, die gegeven werd door Hans Groeneboer. Sinds die tijd heeft het contextuele denken hem niet meer losgelaten en heeft hij de vierjarige opleiding tot contextueel therapeut en de opleiding tot contextueel leertherapeut/ - docent in de intergenerationele familiedynamiek gevolgd bij de Nagy Academie. Pieterjan werkt binnen bedrijven als HRM adviseur, trainer en coach en heeft een eigen praktijk voor contextuele therapie. Hij is methodiekdocent in de contextuele basisopleiding “Grondbeginselen” bij de Nagy Academie en met ingang van 2023 is hij Rikie van Hussel opgevolgd als directeur van de Nagy Academie. Ook is hij bestuurslid bij de Vereniging van Contextueel Werkers.

» SUPERVISIE

Supervisie speelt zich af op het spannende raakvlak van een hulpverleningsvraag uit de hulpverleningspraktijk gekoppeld aan niet uitgekristalliseerde dialogische processen in de context van de aspirant contextueel werker en daaraan gekoppeld de theoretische concepten van het contextuele denken. Juist op dat snijpunt vinden we vanuit contextueel perspectief veel inzichten en worden mogelijkheden ontdekt om tot groei en verdieping als contextueel werker te komen. Iedere student brengt bij elke supervisie bijeenkomst zijn persoonlijke genogram mee over minimaal vier generaties en blijft gedurende de hele opleiding investeren in het verzamelen van feiten betreffende zijn familiegeschiedenis om zo de ontschuldingsprocessen op balansen van geven en ontvangen opgang te brengen en op gang te houden.

PRAKTIJK VAN DE SUPERVISIE

De student krijgt in een kleine groep contextuele supervisie over de integratie van de contextuele concepten in zijn werk als hulpverlener. Onder leiding van een senior contextueel opgeleid supervisor wordt beurtelings naar de hulpvraag en de context van de cliënt én naar de intergenerationele relaties binnen de context van de supervisant gekeken. De aandacht wordt concreet tijdens de contextuele supervisie gericht binnen de beide contexten, op de balansen van geven en ontvangen. Het doel van deze werkwijze is om uiteindelijk in beide contexten de betrokkenen verder te helpen in het elkaar op hun balansen van geven en nemen wederzijds beter recht te kunnen gaan doen. Alle problemen en vragen worden bezien en onderzocht vanuit het intergenerationele perspectief en alle interventies worden geplaatst binnen het kader van de vier dimensies van de relationele werkelijkheid.

De student leert leiding en verantwoordelijkheid te nemen om bij cliënten interventies te doen vanuit de relationeel ethische dimensie, waardoor de bronnen van vertrouwen in het familiale netwerk van de cliënt kunnen worden aangeboord en ontschuldiging wederzijds kan plaatsvinden.

PERSOONLIJK PROCES BINNEN DE SUPERVISIE

Doordat beide genoemde contexten tijdens de supervisie actief betrokken worden, gaat de supervisant ervaren dát en waarom hij door de cliënt beoordeeld wordt op zijn relationele betrouwbaarheid; het exploreren van verdiensten en schulden/ de ethische richtlijnen.

De taak van de contextueel supervisor is om de supervisant te laten ervaren hoe dit dialogisch proces/ het proces van billijke wederzijdse belangenbehartiging werkt in de eigen intergenerationele context. Door deze persoonlijke ervaring onderkent de student dit belang vervolgens ook in de context van zijn cliënt. Aan dat persoonlijke leerproces ontleent de student uiteindelijk de kennis en de moed om dit proces van billijke wederzijdse belangenbehartiging ook bij zijn cliënt actief en gericht te helpen aansturen. Door zijn eigen doorleefde veelzijdig gerichte grondhouding voor te leven met het oog op het volledig kunnen exploreren van verdiensten en schulden in de context van de familie waarmee hij werkt, komt uiteindelijk het meer passend en rechtvaardig geven en ontvangen en wederzijdse ontschuldiging in de familie van de cliënt tot stand.

Onvermijdelijk wordt dus tijdens de supervisie een verbinding gelegd met de eigen destructieve parentificatie en de opgebouwde destructief gerechtigde aanspraken in het gezin van herkomst van de student. Hierbij wordt zichtbaar gemaakt hoe het terechte wantrouwen van “toen” in het leven van de student, een belemmering kan vormen bij het motiveren van de cliënt in zijn context, tot interventies betreffende billijke wederzijdse belangenbehartiging.

THEORIE BIJ DE SUPERVISIE

Alle contextuele concepten die in de methodieklessen behandeld zijn, worden aan de hand van praktijkinbreng steeds weer uitgediept waardoor de supervisie zal bijdragen aan het verder ontwikkelen van de relationeel ethische grondhouding. Gekoppeld aan de besproken praktijksituaties worden literatuuropdrachten gegeven.

DOCENTEN SUPERVISIE

Pieterjan van den Akker
Pieterjan maakte kennis met het contextuele gedachtegoed van professor I.B. Nagy tijdens een managementtraining voor mensen uit het bedrijfsleven, die gegeven werd door Hans Groeneboer. Sinds die tijd heeft het contextuele denken hem niet meer losgelaten en heeft hij de vierjarige opleiding tot contextueel therapeut en de opleiding tot contextueel leertherapeut/docent in de intergenerationele familiedynamiek gevolgd bij de Nagy Academie. Pieterjan werkt binnen bedrijven als HRM adviseur, trainer en coach en heeft een eigen praktijk voor contextuele therapie. Hij is methodiekdocent in de contextuele basisopleiding “Grondbeginselen” bij de Nagy Academie en met ingang van 2023 is hij Rikie van Hussel opgevolgd als directeur van de Nagy Academie. Ook is hij bestuurslid bij de Vereniging van Contextueel Werkers.

» INTERVISIE

In de intervisie wordt van de studenten verwacht altijd het genogram over minimaal vier generaties van zijn eigen familie bij zich te hebben om als leidraad te kunnen gebruiken bij het bespreken van de literatuur en het voorbereiden van de lessen. Het is belangrijk dat de student in de intervisie aangemoedigd wordt om op zoek te gaan naar nieuwe feiten in zijn genogram met als hoofddoel dat door die nieuwe feiten, nieuwe ontschuldigingsprocessen op gang kunnen komen en op gang kunnen blijven. Daarnaast wordt tijdens deze bijeenkomsten van de studenten gevraagd om elkaar actief hulp te bieden bij het spreken van de verbindende taal en zich bewust te zijn van de verbindingen tussen de theorie, de praktijk en het persoonlijk erfgoed en -proces.

ACCREDITATIE EN ERKENNINGEN

De opleiding is geaccrediteerd door:
NVRG Nascholing: 60 registratiepunten
Registerplein Alle categorieën: 1354 registratiepunten
SKJ Formeel leren: 415.50 registratiepunten

De tweejarige opleiding tot contextueel werker “Grondbeginselen” voldoet ruimschoots aan de opleidingseisen  -behoudens ten aanzien van werkervaring en vereiste vooropleidingen- zoals de Vereniging van Contextueel Werkers (VCW) die stelt voor de erkenning als contextueel werker.